Scouting: een algemene historische inleiding
Lord Baden-Powell
Robert Stephenson Smyth Baden-Powell werd op 22 februari 1857 geboren. Hij maakte snel carrière in het Britse leger en diende in India en Zuid-Afrika. Toen in 1899 in Zuid-Afrika de Boerenoorlog uitbrak was Baden-Powell nog daar gelegerd. Hij werd belast met de verdediging van het plaatsje Mafeking. Toen Mafeking uiteindelijk werd bevrijd hadden de troepen van Baden-Powell een beleg van zeven maanden doorstaan. Baden-Powell keerde terug naar Engeland als een held, vooral bij de jeugd, en werd bevorderd tot generaal-majoor. Veel jongens gingen over tot het lezen van zijn boek ‘Aids to Scouting’. Dit boek, door Baden-Powell tijdens zijn loopbaan in de Britse krijgsmacht geschreven, bevatte allerlei technieken en aanwijzingen, maar was eigenlijk bedoeld voor verkenners in het leger. Baden-Powell besloot ‘Aids to Scouting’ voor jongens te herschrijven, maar wilde eerst zijn ideeën testen. Daarom organiseerde hij in augustus 1907 met ongeveer twintig jongens een proefkamp op Brownsea Island aan de Engelse zuidkust.
Het kamp op Brownsea Island werd een groot succes en kan worden gezien als de start van het spel van verkennen. Kort hierna, in 1908, publiceerde Baden-Powell het boek ‘Scouting for Boys’ (Verkennen voor jongens), dat een regelrechte bestseller werd en door jongens over de hele wereld werd gelezen. Als paddenstoelen schoten vervolgens de Scout Troops in Engeland uit de grond. In 1909 werd de Boy Scout Association opgericht. Op aandringen van koning Edward VII besloot Baden-Powell zich volledig voor de immens populaire nieuwe beweging in te gaan zetten. In 1910 waren er reeds 100.000 padvinders ingeschreven. Inmiddels werden er ook meisjesgroepen opgericht en kwamen er zeeverkenners. De zuster van Baden-Powell, Agnes, kreeg de leiding over de Girls Guides Association.
Tijdens één van zijn wereldreizen bezocht Baden-Powell in 1910 Den Haag, waar hij eigenhandig de eerste verkenners en leiders installeerde. De eerste padvindersgroep in Nederland werd in december 1910 opgericht, al snel gevolgd door vele andere, ook in Zeeland. Prins Hendrik, gemaal van koningin Wilhelmina, slaagde er in 1915 in om eenheid te brengen in de padvinderij door het oprichten van de Nederlandsche Padvinders Vereeniging. Over de hele wereld ontstonden in zeer korte tijd Scouting-organisaties die het door Baden-Powell bedachte spel van verkennen vol enthousiasme propageerden.
In 1912 trouwde Baden-Powell met Olave Saint-Claire Olmes (1889-1977), die de leiding over de gidsenbeweging overnam van haar schoonzus Agnes. De eerste Wereldjamboree werd in 1920 in Richmond bij Londen gehouden. (Jamboree is een Indiaans woord en betekent zoiets als bijeenkomst.) Padvinders uit de hele wereld waren bij dit evenement aanwezig. Tijdens deze Wereldjamboree werd Baden-Powell uitgeroepen tot Chief Scout of the World en werd bovendien de World Organisation of the Scout Movement opgericht. De vijfde Wereldjamboree had in 1937 plaats in Nederland. In Vogelenzang-Bloemendaal ontmoetten 27.000 verkenners uit vierenvijftig landen elkaar.
De Chief Scout werd in 1929 voor zijn inzet voor de padvindersbeweging onderscheiden met de titel Lord Baden-Powell of Gilwell. Op tachtigjarige leeftijd nam hij afscheid om drie jaar later, op 8 januari 1941, in zijn woning in Kenia te overlijden. Lady Baden-Powell zou zich echter nog vele jaren voor de beweging blijven inzetten.
Alle jongens- en meisjesgroepen in ons land zijn sinds 6 januari 1973 verenigd in Scouting Nederland, dat zo’n 125.000 leden telt. Wereldwijd spelen tegenwoordig 24 miljoen jongens en meisjes in meer dan honderdtwintig landen het Scoutingprogramma.